In het langverwachte breukdelenarrest heeft de Hoge Raad zich op vrijdag 16 februari 2024 uitgesproken over een wijziging in de gerechtigdheid van echtgenoten tot een gemeenschap van goederen. Dit arrest geeft de praktijk de nodige duidelijkheid maar roept ook vragen op. 

De achtergrond

Al lang is duidelijk dat het aangaan van een algehele gemeenschap van goederen géén belastbare schenking inhoudt van de ene echtgenoot aan de ander. Ook als deze gemeenschap pas op het sterfbed wordt afgesproken. Dit geldt voor huwelijksgemeenschappen waartoe de beide echtgenoten in gelijke delen zijn gerechtigd. Bij huwelijksgemeenschappen waartoe de echtgenoten in een andere verhouding zijn gerechtigd, dus met ongelijke aandelen - de zgn. breukdelengemeenschap – is dit minder zeker.  

De casus in het breukdelenarrest

In dit geval bestond tussen de echtgenoten al een huwelijksgemeenschap. Beide echtgenoten waren hiertoe gerechtigd in gelijke delen. De echtgenoten waren ook elkaars enige erfgenaam. Het volledige vermogen dat tot de huwelijksgemeenschap behoorde, zou dus na overlijden van een echtgenoot sowieso toekomen aan de andere echtgenoot: de helft door verdeling van de huwelijksgemeenschap en de andere helft  via erfrecht – testamentaire wijzigingen daargelaten. De echtgenoten wijzigen de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap van 50/50 naar 10/90 en twee maanden later overlijdt de man – onverwachts, ondanks een lange periode van ziekte. Tien procent van het vermogen gaat krachtens erfrecht over op zijn vrouw. Zonder de wijziging was dit 50% geweest en zou zij over een groter bedrag erfbelasting zijn verschuldigd. 

De Hoge Raad oordeelt dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden als de onderhavige geen schenking inhoudt. Daarmee heeft zich immers nog niet een eenzijdige vermogensverschuiving uit het vermogen van de ene, in het vermogen van de andere echtgenoot voltrokken, die kenmerkend is voor een schenking. Dit is niet anders als de echtgenoten, zoals in dit geval, volgens de huwelijkse voorwaarden voor ongelijke delen zullen zijn gerechtigd tot de goederen die tot de huwelijksgemeenschap behoren.

De inspecteur stelde verder onder meer dat de wijziging in gerechtigdheid sprake is van wetsontduiking (fraus legis). Voor zover de nieuwe gerechtigdheid van de vrouw de 50% oversteeg is daarom sprake van een belastbare schenking. De Hoge Raad volgt het beroep op fraus legis in het onderhavige geval echter niet. De wijziging in de gerechtigdheid tot de huwelijksgemeenschap is volgens de Hoge Raad daarom géén belastbare schenking op grond van fraus legis. De Hoge Raad laat echter uitdrukkelijk de mogelijkheid open dat onder uitzonderlijke omstandigheden sprake kan zijn van fraus legis.

Belang voor de praktijk

De Hoge Raad heeft met dit arrest meer duidelijkheid gegeven over de mogelijkheden om huwelijksvoorwaarden fiscaal optimaal vorm te geven, maar maatwerk is nog steeds vereist. Wilt u weten of u belasting kunt besparen met uw huwelijksgoederenregime? Neem contact op met  Marjolijn de Vries-van der Velden of Ilse Keijenberg indien u hierover van gedachten wilt wisselen.