Op Prinsjesdag 2025 presenteert het demissionaire kabinet het Belastingplan 2026 dat ondanks de huidige politieke situatie naar verwachting bol zal staan van inhoudelijke wijzigingen. De fiscale agenda richt zich op het dichten van (technische) gaten, het stimuleren van duurzaamheid én het aanscherpen van bestaande regelingen.
Beoogde verhoging van forfaitaire rendement in box 3
Een opvallende beoogde wijziging is de verhoging van het forfaitaire rendement in box 3 naar 7,78%, een maatregel die vooral budgettair is ingegeven en niet aansluit bij het werkelijke rendement op beleggingen. Tegelijkertijd daalt het heffingsvrije vermogen, wat spaarders, vastgoedbezitters en beleggers direct zal raken. Voor vastgoedbezitters is nog relevant de aankondiging dat de leegwaarderatio wordt beperkt: bij verhuur aan gelieerde partijen die onzakelijk handelen, vervalt deze korting op de WOZ-waarde, ook voor de schenk- en erfbelasting.
Blijven de rentelasten aftrekbaar voor vastgoedondernemers?
Voor vastgoedpartijen in de BV blijft de vraag actueel in hoeverre rentelasten aftrekbaar blijven. Wel is al bekend dat vastgoedbeleggers waarschijnlijk gaan profiteren van een verlaging van het overdrachtsbelastingtarief naar 8% voor de verkrijging van beleggingswoningen. Anderzijds kunnen short stay verhuurders te maken krijgen met een verhoogde btw druk als gevolg van een nieuwe herzieningstermijn voor vastgoeddiensten.
Aanpassingen in de BOR en DSR
Voor ondernemers en familiebedrijven zijn de verdere aanpassingen in de BOR en DSR cruciaal. Vanaf 2026 moeten deze faciliteiten alleen nog gelden voor gewone aandelen met een minimaal belang van 5%. Opties, winstbewijzen en kleinere belangen vallen buiten de boot. Ook komt er wetgeving tegen het dubbel gebruiken van de bedrijfsopvolgingsregeling voor dezelfde onderneming. Hiermee wil het kabinet de regelingen beter richten op belangen met substantieel economisch gewicht en misbruik tegengaan. Of de aangekondigde uitzondering voor familiebelangen van minimaal 25% het gaat halen, zal nog een cliffhanger blijven.
In de schenk- en erfbelasting wordt het oppassen geblazen als partners het vermogen anders dan 50/50 willen verdelen: dit kan extra schenk- of erfbelasting betekenen. Positief is echter de aangekondigde flinke verlenging van de aangiftetermijn van de erfbelasting naar mogelijk 20 maanden in plaats van 8. Dit gaat in combinatie met een matiging van de belastingrente.
Ook kan een belastingverhoging in box 2 worden verwacht voor carried interest-belangen (lucratieve belangen). De verwachting is dat hiervoor een multiplier gaat gelden, zodat het effectieve tarief in box 2 voor lucratieve belangen kan oplopen tot 36%.
Kortom: Prinsjesdag 2025 belooft fiscale scherpte en herijking. Voor wie te maken heeft met bedrijfsopvolging, box 3-vermogen of fiscale planning – al dan niet in combinatie met vastgoed – is het zaak om nú vooruit te kijken. Dit kan via het RSM Prinsjesdagwebinar én het RSM-Nyenrode Vastgoedseminar.
Meld u nu aan voor het webinar of het seminar: