Sinds 1 januari 2022 werd het toepassingsgebied van de btw-vrijstelling voor de verstrekking van (para-) medische verzorging aan particulieren gewijzigd. 

De fiscus publiceerde eind 2021 een omstandige toelichting (Circulaire 2021/C/114 van 20 december 2021) waar ook stilgestaan wordt bij een aantal toleranties om de beroepsbeoefenaars de nodige tijd te geven om aan hun nieuwe btw-verplichtingen te voldoen.

WAT VERANDERT ER? 

1.    Uitbreiding personele toepassingsgebied 

Voor de verstrekking van medische zorg in het kader van ziekenhuisopname verandert er niets. 

Voor behandelingen buiten ziekenhuisopname is de medische vrijstelling echter niet langer exclusief voorbehouden aan de beoefenaars van gereglementeerde (para-) medische beroepen.  Ook de beroepsbeoefenaars die door een adequate opleiding kunnen worden geacht eenzelfde kwaliteitsniveau te bereiken, kunnen deze vrijstelling toepassen. Deze laatste moeten echter de administratie vooraf in kennis stellen van de toepassing van deze vrijstelling via een speciale verklaring.

2.    Beperking materiële toepassingsgebied

Voortaan is de toepassing van de vrijstelling wel beperkt tot de handelingen met een therapeutisch doel, ongeacht deze diensten al dan niet worden verstrekt in het kader van een ziekenhuisopname.

De vrijstelling is dus alleen van toepassing op persoonlijke medische verzorging die gericht is op de diagnose, de verzorging, en, in de mate van het mogelijke, de genezing van ziektes of gezondheidsproblemen. Ook de preventie, de bescherming, het behoud of het herstel van de gezondheid vallen onder de vrijstelling. 

De medische diensten die voor de btw-vrijstelling in aanmerking komen, zijn dus uitsluitend die welke een therapeutisch doel hebben. Het is het doel van de handeling dat bepaalt of zij voor vrijstelling in aanmerking komt, en niet de inhoud ervan.

Dit therapeutisch karakter zal door elke behandelaar naar eer en geweten moeten worden vastgesteld, onder de marginale controle van de administratie. In dit verband zullen de opname van diensten in de RIZIV-nomenclatuur, het in aanmerking komen voor vergoeding ervan of de afgifte van een medisch attest, dienen als weerlegbare vermoedens. 

Wanneer het niet mogelijk is deze vermoedens toe te passen of in geval van betwisting door de administratie, moet de arts het therapeutische karakter met alle wettige middelen aantonen (met inbegrip van het medisch dossier van de patiënt).

Uitsluitend esthetische ingrepen zijn uitgesloten, ongeacht de kwaliteit van de verstrekker, ongeacht of zij al dan niet in de RIZIV-nomenclatuur zijn opgenomen of recht geven op terugbetaling (deze vermoedens zijn in dit geval niet van toepassing).

De Circulaire bevat niet-exhaustieve lijsten van procedures die al dan niet in aanmerking komen voor btw-vrijstelling.

GEVOLGEN

Voor zover de hier bedoelde (para-) medische beroepsbeoefenaars (ook) handelingen stellen die niet (langer) onder het toepassingsgebied van de medische vrijstelling vallen, dient: 

  • de niet-gereglementeerde beroepsbeoefenaar die de vrijstelling wenst toe te passen, de voorafgaande verklaring te bezorgen aan : [email protected]
  • de aanvraag tot identificatie voor btw-doeleinden (of wijziging activiteiten) uiterlijk 31 januari 2022 via "MyMinfin" ingediend te worden;
  • beslist te worden of men wenst te  opteren voor de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen, indien de omzet die aan btw zou onderworpen zijn, niet meer bedraagt dan 25.000 EUR/jaar (drempel dient rekening te houden met alle activiteiten);
  • desgevallend,  overgegaan te worden tot indienen van periodieke btw-aangiften (nihilaangiften mogen worden ingediend voor de eerste 3 maanden, en alle transacties moeten uiterlijk op 20 mei aangeven worden);
  • er correct gebruik gemaakt worden  van het btw-nummer,  de facturatieverplichting nageleefd te worden,  en een btw-boekhouding gevoerd te worden.

Daarnaast dient rekening gehouden te worden met de impact van de wijziging van de hoedanigheid van de btw-plichtige (van belast naar vrijgesteld, of omgekeerd, al dan niet volledig) en de impact hiervan op de uitoefening van het recht op aftrek van input btw én de eventuele te verrichte herzieningen op de bedrijfsmiddelen. 

TOLERANTIES

In het kader van deze wijzigingen heeft de administratie in een aantal toleranties voorzien:

Naast de hiervoor vermelde toleranties over de identificatie en indiening nihilaangiften, laat de fiscus toe te "oude regeling" toe te passen op: 

  • ingrepen uitgevoerd/afgerond tot uiterlijk 30 juni 2022, op voorwaarde dat deze werden vastgelegd voor 31 december 2021,  en
  • ingegrepen uitgevoerd vóór 31 december 2021, maar waarvoor zich een oorzaak van opeisbaarheid voordoet na deze datum. 

Bovendien wordt opgeroepen om, ingeval van fiscale controle voor het jaar 2022, een soepele houding aan te nemen inzake de toepassing van deze nieuwe regels. 

Heb je vragen omtrent bovenstaande thema’s, aarzel dan niet om contact op te nemen met het RSM Belgium | Tax team ([email protected]).

RSM Belgium | Tax

download onze TAX INSIGHTS

tax_insights_small.jpg