Op 10 april 2025 publiceerde de Belgische belastingadministratie een ontwerpversie van het QDMTT-formulier (ook wel QDMTT-aangifte genoemd), dat moet worden ingediend door Belgische entiteiten die onder de Belgische implementatie van de Pijler 2-wetgeving vallen. Dit ontwerp is voorlopig en wordt definitief na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Verdere administratieve richtlijnen, inclusief gedetailleerde instructies voor het invullen van het formulier en het XML-schema, worden nog gepubliceerd vóór de eerste deadline.

 

ACHTERGROND

De Belgische wetgeving inzake Pijler 2 (wet van 19 december 2023) voert een minimale effectieve belasting van 15% in voor multinationale ondernemingsgroepen (MNE’s) en grote binnenlandse groepen met een geconsolideerde jaaromzet van meer dan €750 miljoen (in minstens twee van de vier voorgaande jaren).

Toepassingsgebied van de QDMTT en Indieningsplicht

Alle Belgische groepsentiteiten die deel uitmaken van dergelijke groepen moeten jaarlijks een QDMTT-aangifte indienen. In de praktijk mag één Belgische entiteit worden aangewezen om de QDMTT-aangifte in te dienen namens alle Belgische groepsentiteiten. Alle Belgische entiteiten blijven echter hoofdelijk aansprakelijk voor de QDMTT. De groep kan ook aanduiden welke Belgische entiteit de top-up tax zal betalen. Indien geen aanduiding gebeurt, is de entiteit met het hoogste Pijler 2 belastbare inkomen de standaardbetaler.

Indieningsproces en Vereisten

De Belgische QDMTT-aangifte moet elektronisch worden ingediend via het online platform van de belastingadministratie (via MyMinfin). Belangrijke aspecten van het indieningsproces zijn:

  • Registratie: Vooraleer een aangifte kan worden ingediend, moet een betrokken groep zich registreren bij de Belgische autoriteiten voor Pijler 2. Dit gebeurt via een kennisgevingsformulier (via MyMinfin) om een uniek groepsregistratienummer te verkrijgen in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Enkel een geregistreerde MNE-groep kan een QDMTT-aangifte indienen in België.
  • Digitaal platform en formaat: De aangifte moet digitaal worden ingediend. De Belgische belastingadministratie heeft aangekondigd dat zij een XSD-schema (XML-formaat) en een XML-generator zullen voorzien voor de QDMTT-aangiftegegevens, zodat een gestandaardiseerde elektronische indiening mogelijk is. Papieren indiening is niet voorzien.
  • Taal: Het officiële QDMTT-formulier is beschikbaar in de officiële landstalen van België (Nederlands en Frans).
  • Formulier en indiening: Het aangifteformulier (ontwerp beschikbaar sinds april 2025) moet volledig worden ingevuld met alle vereiste gegevens (zie volgende sectie) en ingediend worden via het portaal. Het formulier bevat een rubriek voor de gegevens van een contactpersoon en moet ondertekend worden door een persoon die wettelijk gemachtigd is om de indienende entiteit te vertegenwoordigen.
     

Inhoud van de QDMTT-    aangifte 

De QDMTT-aangifte is uitgebreid. Ze verzamelt zowel identificatiegegevens als financiële gegevens die nodig zijn om eventuele bijkomende belasting (top-up tax) te berekenen. Volgens het ontwerpformulier en de richtlijnen omvat de Belgische QDMTT-aangifte de volgende kernonderdelen:

  • Identificatiegegevens: Informatie ter identificatie van de aangewezen Belgische indienende entiteit en van de MNE-groep of binnenlandse groep (naam, fiscaal nummer, enz.), evenals de gegevens van een aangewezen contactpersoon.
  • Groepsstructuur: Details over de Ultimate Parent Entity (UPE) van de groep en alle Belgische groepsentiteiten (inclusief joint ventures of verbonden entiteiten en uitgesloten entiteiten zoals deze buiten het toepassingsgebied). Deze rubriek beschrijft in feite de Belgische "subgroep" binnen de MNE-groep.
  • Safe Harbour (zgn. “veilige havens”) en Uitsluitingen: Gegevens om na te gaan of overgangsmaatregelen zoals safe harbours of de-minimis-uitsluitingen van toepassing zijn op Belgische entiteiten. Zo bevat het formulier indicatoren voor de OECD Country-by-Country Report (CbCR) safe harbour test voor de overgangsjaren. Belangrijk: zelfs indien een safe harbour van toepassing is (wat betekent dat de effectieve belastingdruk volgens vereenvoudigde gegevens voldoet aan de Pijler 2-normen), blijft België een verplichte QDMTT-aangifte eisen. De administratie zal verduidelijken hoe men deze secties moet invullen in geval van toepassing van een safe harbour op de Belgische subgroep.
  • Pijler 2-keuzes: Openbaarmaking van alle keuzes die binnen het Pijler 2-kader zijn gemaakt en die impact hebben op de berekening voor de Belgische entiteiten. Groepen moeten bijvoorbeeld melden of zij bepaalde toegelaten behandelingen hebben gekozen (zoals de verkiezing m.b.t. aandelencompensatiekosten, binnenlandse vermenging, enz.) conform de OECD-regels, en verwerkt in de QDMTT-berekening.
  • Financiële gegevens voor QDMTT-berekening: De kerngegevens die nodig zijn om de Belgische top-up tax te berekenen, gerapporteerd per Belgische subgroep. Dit omvat onder andere:
    • Financiële boekhoudkundige nettowinst of -verlies van de Belgische entiteiten.
    • Netto GloBE-inkomen of -verlies (winst/verlies volgens de aangepaste Pijler 2-regels).
    • Toegewezen belastinglast in de boekhouding (huidige en uitgestelde belastingen voor de Belgische entiteiten).
    • Aangepaste gedekte belastingen, d.w.z. belastingen die aan dat inkomen worden toegerekend, aangepast volgens de Pijler 2-regels (dit weerspiegelt de in België betaalde “covered taxes”, gecorrigeerd voor tijdsverschillen of voorkeursbehandelingen).
    • Eventuele te heralloceren belastingen volgens de QDMTT-regels (bijvoorbeeld als belastingen volgens specifieke regels worden toegerekend vanuit andere jurisdicties).
  • Voorafbetalingen: Een overzicht van eventuele voorafbetalingen onder Pijler 2. België heeft een optioneel systeem van voorafbetalingen ingevoerd voor Pijler 2-belastingen, vergelijkbaar met de voorafbetalingen in de vennootschapsbelasting. Deze rubriek vermeldt kwartaalvooruitbetalingen ten aanzien van QDMTT voor het jaar, evenals eventuele overschotten uit de gewone vennootschapsbelasting die de groep ervoor kiest over te dragen naar Pijler 2. Deze overschotten kunnen mogelijk gebruikt worden om de QDMTT-schuld te compenseren.
  • QDMTT-berekening en verschuldigd bedrag: Tot slot bevat de aangifte een berekening van de Belgische top-up tax die verschuldigd is voor het jaar (per Belgische subgroep) na toepassing van de 15%-minimum belastingformule. De berekening houdt rekening met bovengenoemde financiële gegevens, bepaalt het percentage van de top-up (indien het effectieve belastingtarief in België onder 15% ligt), en berekent dan het QDMTT-bedrag. Eventuele voorafbetalingen worden afgetrokken van de uiteindelijke verschuldigde som, die in EUR moet worden gerapporteerd.

Het ontwerpformulier bevat ook velden voor een verklaringshandtekening (te ondertekenen door een bevoegde vertegenwoordiger) en bevestiging van de contactpersoon. Deze waarborgen de verantwoordelijkheid en communicatie bij de indiening.
 

Indieningstermijn en Belastbaar Tijdperk

De eerste Belgische QDMTT-aangifte moet worden ingediend uiterlijk op 30 november 2025 voor de betrokken groepen. Deze deadline geldt voor groepen die een kalenderjaar hanteren en heeft betrekking op het boekjaar 2024 (het eerste jaar waarin Pijler 2 van kracht is).

In het algemeen bepaalt de wet dat de QDMTT-aangifte uiterlijk op de laatste dag van de 11de maand na het einde van het verslagjaar moet worden ingediend. Voorbeelden ter verduidelijking: Eindigt het boekjaar op 31 december 2024, dan is de indieningstermijn 30 november 2025. Heeft een groep een boekjaar dat eindigt op 30 juni 2025, dan is de QDMTT-aangifte verschuldigd tegen 31 mei 2026.
 

Boetes en Gevolgen bij Laattijdige Indiening of Niet-Naleving

De Belgische autoriteiten hebben een sanctieregime ingevoerd om tijdige en correcte naleving van de QDMTT-verplichtingen te waarborgen. De gevolgen van laattijdige indiening, niet-indiening of onvoldoende betaling kunnen aanzienlijk zijn:

  • Administratieve boetes: Het niet indienen van de QDMTT-aangifte (of laattijdige/onvolledige indiening) kan aanleiding geven tot administratieve boetes van €2.500 tot €250.000. Het exacte bedrag hangt af van de ernst en de duur van de inbreuk.
  • Verhoging wegens laattijdige betaling: Indien een groep onvoldoende voorafbetalingen doet ten aanzien van haar QDMTT, voorziet de wet in een belastingverhoging op het openstaande bedrag. Deze bedraagt 9% van de QDMTT die verschuldigd is voor het boekjaar 2024, en is vergelijkbaar met de interestverhoging bij niet-vooruitbetaalde vennootschapsbelasting. Overschotten van voorafbetalingen in de gewone vennootschapsbelasting kunnen ook aanleiding geven tot kredieten (met rentepercentages van respectievelijk 12%, 10%, 8% of 6%, afhankelijk van het kwartaal waarin ze werden betaald). Deze mechanismen moeten groepen aanmoedigen om hun Pijler 2-belastingen tijdig te ramen en vooraf te betalen om een laattijdige heffing te vermijden.
  • Verlengde controletermijn: Een QDMTT-aangifte wordt door de belastingadministratie beschouwd als een "complexe aangifte". Bijgevolg is de verjaringstermijn voor het onderzoeken en corrigeren van een QDMTT-, IIR- of UTPR-aangifte momenteel verlengd tot 10 jaar. Er zijn echter overheidsplannen om deze termijn terug te brengen naar 4 jaar. Dit betekent dat Belgische belastingcontroleurs een QDMTT-aangifte jaren later kunnen heropenen en herzien indien er discrepanties of nieuwe informatie opduiken. Bedrijven wordt daarom sterk aangeraden om gedetailleerde documentatie en berekeningen zorgvuldig te bewaren voor mogelijke toekomstige controles.

 

 


Wens je meer informatie of heb je hulp nodig met betrekking tot dit onderwerp, aarzel dan niet om het RSM Belgium Tax team te contacteren ([email protected]).