Met de publicatie van de Programmawet van 18 juli 2025 in het Belgisch Staatsblad van 29 juli 2025 zet de federale regering een volgende stap in de uitvoering van haar fiscale hervormingsagenda. De wet bevat een breed scala aan maatregelen die uiteenlopen van roerende en vennootschapsfiscaliteit tot btw, registratie- en de inschepingstaks (‘vliegtaks’). Ook zijn er bepalingen inzake overwerk, (para)fiscale regularisatie en een nieuwe anti-misbruikregel inzake de effectentaks (JTER) opgenomen. Een aantal geplande hervormingen treedt onmiddellijk in werking, terwijl andere gefaseerd worden ingevoerd met oog op een meer structurele hervorming van het fiscale landschap. In wat volgt bieden wij een overzicht van de fiscale bepalingen en hun concrete inwerkingtreding.
PERSONENBELASTING
ROERENDE FISCALITEIT & BELEGGINGEN
LIQUIDATIERESERVES & VVPRbis (art. 32 t.e.m. 34 Programmawet)
- Liquidatiereserves aangelegd uiterlijk op 31 december 2025
- 20% roerende voorheffing bij uitkering voor het verstrijken van de wachttermijn van 3 jaar;
- 6,5% bij uitkering na het verstrijken van de 3-jarige maar voor de 5-jarige termijn;
- Behoud van 5% tarief bij uitkering na de 5-jarige termijn.
- Liquidatiereserves aangelegd vanaf 2026
- Algemeen tarief van 30% bij uitkering voor de wachttermijn van 3 jaar (onduidelijkheid over reeds betaalde 10% (?));
- 6,5% bij uitkering na de 3-jarige termijn.
Uitkeringen die plaatsvinden bij de liquidatie blijven belastingvrij.
- Tijdslimiet 20%-tarief onder VVPRbis-regime Het verminderde tarief van 20% roerende voorheffing onder VVPRbis geldt enkel voor kapitaalinbrengen vóór 31 december 2025.
Inwerkingtreding: dividenden toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 29 juli 2025.
CARRIED INTEREST (art. 6 t.e.m. 22 Programmawet)
Nieuw specifiek belastingregime
- "Carried interest" toegekend aan een natuurlijk persoon (ongeacht de juridische structuur van betaling) wordt belast als roerend inkomen aan 25% (gericht op beheerders van private equity fondsen).
Inwerkingtreding: inkomsten toegekend of betaalbaar gesteld vanaf 29 juli 2025.
Toepassingsgebied
- 'Carried interest' (art. 17, § 1, 6°, WIB92) = rendement boven het 'normaal rendement' (voor een passieve belegger) verkregen door een 'carried interest begunstigde' uit een 'carried interest vehikel'.
- Nieuwe definities: "carried interest vehikel" (AICB) en "carried interest begunstigde".
- Inkomsten m.b.t. aandelen verworven via aandelenopties (onder de Aandelenoptiewet – ongeacht de toekenningsdatum) vallen buiten het toepassingsgebied van deze regeling.
Beperking liquidatiereserve Een vennootschap kan geen liquidatiereserve aanleggen indien zij aandelen/deelbewijzen aanhoudt in een ‘carried interest vehikel’ (inclusief het jaar van vervreemding), voor zover deze onrechtstreeks worden aangehouden door een carried interest begunstigde. Inwerkingtreding: vanaf aanslagjaar 2026.
LOONFISCALITEIT
VERLENGING GUNSTREGIMES VOOR OVERUREN (art. 65 t.e.m. 69 Programmawet)
Verlenging tot 31 december 2025 van volgende fiscale gunstmaatregelen inzake overwerk:
- Maximum 120 netto vrijwillige overuren (‘relance-overuren’);
- Fiscaal voordeel voor maximaal 180 overuren met wettelijke overwerktoeslag.
Inwerkingtreding: 1 juli 2025.
VENNOOTSCHAPSBELASTING
DBI-AFTREK(art. 35 t.e.m. 37 Programmawet)
- Behoud van drempel
De alternatieve minimumparticipatievoorwaarde blijft € 2,5 miljoen (geen verhoging naar € 4 miljoen). - Nieuw kwalitatief criterium
Participaties van € 2,5 miljoen of meer tussen grote vennootschappen (de verkrijgende vennootschap is niet 'klein') moeten voortaan de aard hebben van een financieel vast actief — met andere woorden: een duurzame investeringband. Kortetermijnbeleggingen of liquide portefeuille-investeringen (zoals beursgenoteerde aandelen) kunnen hierdoor uitgesloten worden van de DBI. - Uitgestelde structurele hervorming
De beoogde overgang naar een vrijstellingsstelsel wordt uitgesteld; het huidige aftrekstelsel blijft voorlopig behouden. - Gevolgen voor roerende voorheffing
Het nieuwe kwalitatieve criterium geldt ook voor de vrijstelling van roerende voorheffing op uitgaande dividenden aan buitenlandse groepsentiteiten (cf. zaak Tate & Lyle), wat grensoverschrijdende voordelen kan beperken.
Inwerkingtreding: vanaf aanslagjaar 2026, met anti-misbruikbepaling voor jaarafsluiting gewijzigd vanaf 3 februari 2025. Voor de gewijzigde minimumparticipatie (m.b.t. RV): vanaf 29 juli 2025.
EXIT TAX (art. 23 t.e.m. 31 Programmawet)
- Uitbreiding naar aandeelhouders
Het concept van 'fictieve liquidatie' wordt uitgebreid naar aandeelhouders. Bij emigratie van een vennootschap of grensoverschrijdende activa-overdracht wordt de aandeelhouder belast alsof er een liquidatie plaatsvindt ('liquidatiedividend'). - Belastingkredietmechanisme
Een belastingkrediet wordt ingevoerd om dubbele belasting te vermijden: de geheven belasting op het fictieve dividend kan worden verrekend bij latere werkelijke uitkeringen. - Rapporteringsverplichting
Vennootschappen moeten individuele fiches afleveren aan aandeelhouders. Bij niet-naleving wordt een aanvullende aanslag geheven ten laste van de vennootschap. - Uitstelmogelijkheid bij EER-overdrachten
Bij overdracht binnen de Europese Economische Ruimte kan gekozen worden voor uitstel van heffing, in overeenstemming met de EU-vrijheden.
Inwerkingtreding: voor verrichtingen vanaf 29 juli 2025.
BTW (art. 52 t.e.m. 55 Programmawet)
- Renovatie: 21% btw-tarief voor verwarmingsketels op fossiele brandstoffen (gas, mazout, enz.), ongeacht de ouderdom van de woning.
- Overgangsmaatregel: offertes ondertekend vóór 29 juli 2025 blijven onder het verlaagde tarief vallen mits plaatsing vóór 1 juli 2026.
- Bij globale facturatie voor hybride systemen: 35% van het totale bedrag uitgesloten van het verlaagd tarief.
- Btw op steenkool verhoogd van 12% naar 21%.
- Huidige 6%-regeling voor afbraak en heropbouw wordt vervangen door een bredere regeling, ook voor leveringen, met verstrenging van het oppervlaktecriterium van 200m² naar 175m².
Bovendien is de voornoemde uitsluiting voor levering met plaatsing van verwarmingssystemen op fossiele brandstoffen ook hier toepasselijk.- Voor heropgebouwde woningen die verkocht worden onder de regeling voor afbraak en heropbouw geldt de uitsluiting al vanaf 1 juli 2025 (tenzij offertes ondertekend vóór 1 juli 2025), omdat de nieuwe regels van toepassing zijn op btw die opeisbaar is geworden vanaf die datum (Circulaires 2025/C/47 en 2025/C/48).
- Voor heropgebouwde woningen die verkocht worden onder de regeling voor afbraak en heropbouw geldt de uitsluiting al vanaf 1 juli 2025 (tenzij offertes ondertekend vóór 1 juli 2025), omdat de nieuwe regels van toepassing zijn op btw die opeisbaar is geworden vanaf die datum (Circulaires 2025/C/47 en 2025/C/48).
Inwerkingtreding: 29 juli 2025
DIVERSE RECHTEN & TAKSEN
VLIEGTAKS (art. 2 t.e.m. 3 Programmawet)
- Uniform tarief van €5 voor intra- en extra-EU vluchten
- Tarief van €10 voor kortafstandsvluchten blijft behouden
Inwerkingtreding: 29 juli 2025 (effectieve inscheping)
Uit de recent aangepaste FAQ blijkt verder dat de Administratie voor geregistreerde luchtvaartmaatschappijen ter overgang een langere aangifte- en betalingstermijn aanvaardt:
- uiterlijk op 31 oktober 2025 voor elk vertrek onderworpen aan het tarief van 5 euro dat in juli 2025 plaatsvindt;
- uiterlijk op 28 november 2025 voor elk vertrek onderworpen aan het tarief van 5 euro dat in augustus 2025 plaatsvindt;
- uiterlijk op 31 december 2025 voor elk vertrek onderworpen aan het tarief van 5 euro dat in september 2025 plaatsvindt.
JTER – EFFECTENTAKS (art. 63 t.e.m. 64 Programmawet)
- Nieuwe antimisbruikbepaling bij omzetting/overdracht (weerlegbaar vermoeden van misbruik)
- Geen misbruik o.m. bij schenking aan kinderen of splitsing buiten de wil om (bv. echtscheiding)
- Nieuwe aangifteplicht voor Belgische tussenpersonen of aansprakelijke vertegenwoordigers.
Inwerkingtreding: 29 juli 2025
Eerste aangifte door Belgische tussenpersonen uiterlijk op 31 december 2025
REGISTRATIERECHT (art. 4 t.e.m. 5 Programmawet)
- Verhoging van het recht bij nationaliteitsprocedures: van €150 naar €1.000 (verder te indexeren)
Inwerkingtreding: 29 juli 2025
PROCEDURE & SANCTIES
Bescherming bij eerste overtreding te goeder trouw (art. 38 t.e.m. 39 Programmawet)
Geen belastingverhoging bij een eerste overtreding te goeder trouw (verplicht).
‘Goede trouw’ als weerlegbaar vermoeden (de fiscus zal kwade trouw of fraude moeten bewijzen om alsnog een belastingverhoging op te leggen).
Uitzondering: niet van toepassing bij ambtshalve aanslag (omkering van bewijslast).
- Herhaaldelijke overtredngen: 2e overtreding binnen 4 jaar leidt automatisch tot standaardboete.
- In haar circulaire verduidelijkt de fiscus evenwel dat meerdere overtredingen, dewelke tijdens één en dezelfde controle (bijvoorbeeld betreffende meerdere aanslagjaren) worden vastgesteld én die van dezelfde aard en ernst zijn, als één overtreding worden beschouwd.
- Nota: ‘Overmacht’ (zoals bedoeld in art. 226, schaal A KB/WIB92) wordt niet als overtreding beschouwd.
Inwerkingtreding: aanslagen ingekohierd vanaf 29 juli 2025.
PERMANENTE REGULARISATIE (art. 40 t.e.m. 51 en 56 t.e.m. 62 Programmawet)
- Nieuw permanent (para)fiscaal regularisatieregime met hogere tarieven:
- 30% (vroeger 25%) voor niet-verjaard kapitaal
- 45% (vroeger 40%) voor verjaard kapitaal
Nota: Geen voordeeltarief voor regularisaties bij goede trouw
Daarnaast zal een sociale regularisatie mogelijk zijn. Bovenop de niet-verjaarde sociale zekerheidsbijdragen moet een aanvullende sociale heffing worden betaald, ten belope van 20% van deze beroepsinkomsten. Daartegenover staan geen sociale rechten.
Inwerkingtreding: 29 juli 2025