Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 22 augustus 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:5701) geoordeeld dat advieskosten rondom een familiebedrijfsovername niet als zakelijke kosten kwalificeren en daarom geen recht geven op aftrek van voorbelasting. De beroepen van de betrokken vennootschap zijn ongegrond verklaard.

Feiten in het kort

De inspecteur had voor de perioden 2015–2018 en 2018–2019 naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd van in totaal circa € 40.500 (inclusief belastingrente). Het ging om btw op facturen van adviseurs die ondersteuning boden bij de bedrijfsopvolging. Deze btw had de vennootschap in aftrek gebracht. Volgens de inspecteur betroffen deze kosten echter geen zakelijke uitgaven van de vennootschap, maar privé-uitgaven van de aandeelhouders.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank sloot zich aan bij dit standpunt. Voor aftrek van voorbelasting is vereist dat de afgenomen diensten een rechtstreeks en onmiddellijk verband hebben met de belaste prestaties van de onderneming, of deel uitmaken van de algemene kosten. Dat verband ontbrak hier. De kosten waren gemaakt in het kader van de belangen van de aandeelhouders en niet van de vennootschap. Daarmee is de vennootschap niet de afnemer van de diensten in de zin van de Wet OB en bestaat geen recht op aftrek van de in rekening gebrachte btw.

Impact voor de praktijk

Deze uitspraak bevestigt de strikte lijn in de btw bij advieskosten die raken aan de aandeelhouders- of privébelangen. Wanneer kosten primair samenhangen met de positie van aandeelhouders (zoals bij bedrijfsopvolging of herstructurering ten behoeve van de familie), kunnen deze niet via de vennootschap worden “verrekend” met de btw. Ondernemers en hun adviseurs doen er goed aan dergelijke trajecten vooraf te toetsen: is de vennootschap de daadwerkelijke afnemer van de dienst? 

Voor ondernemers betekent dit dat de documentatie en onderbouwing van de zakelijke noodzaak van advieskosten cruciaal blijft. Worden kosten vanuit aandeelhoudersmotieven gemaakt, dan ligt het risico bij de vennootschap. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch zal zich ook nog buigen over deze casus,  maar duidelijk is wel dat de huidige lijn het belang van een zorgvuldige fiscale beoordeling onderstreept.

Heeft u een vraag? Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.