Laten we in deze tijden vergevingsgezind zijn. Vandaar: vervelende affaires als de kinderopvangtoeslag daargelaten, gaat ook veel goed bij de Belastingdienst. Neem de voorlopige aanslag. Als u daar het afgelopen jaar gebruik van heeft gemaakt, dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat u dat het komend jaar weer doet.

Sterker, hij maakt een berekening van het bedrag dat u terugkrijgt of moet betalen. Nadrukkelijk wordt erbij vermeld dat u de bedragen goed moet controleren, en dat is inderdaad belangrijk. De fiscus gaat immers uit van de gegevens uit 2018, omdat die over 2019 niet bekend zijn. De kans is groot dat de omstandigheden gewijzigd zijn. Het is niet leuk als u in 2020 elke maand een bedrag terugkrijgt, om bij de aangifte in 2021 te constateren dat u te veel heeft ontvangen en een fiks bedrag moet terugbetalen. Zeker als het geld in 2020 al besteed is. En laten we eerlijk zijn, we zijn vaak beter in uitgeven dan in sparen.

Tegenvaller

Om die reden is het goed om de vooraf ingevulde voorlopige aanslag zorgvuldig te bestuderen. Ik kan het weten. In 2018 betaalde ik voor het laatste jaar partneralimentatie. In 2019 dus niet meer. De Belastingdienst gaat echter uit van de informatie over 2018 en voert de aftrekpost in de voorlopige aanslag over 2020 weer op. Betekent dat ik 100 euro per maand te veel zou ontvangen. Dat bedrag, maal twaalf, zou ik dus bij de aangifte over 2020 ineens terug moeten betalen. Als je daar geen rekening mee hebt gehouden, is dat een flinke tegenvaller.

Als uw persoonlijke situatie verandert, is het handig om de gevolgen te bekijken. Dat kan door de voorlopige aanslag te wijzigen via mijnbelastingdienst.nl. Een voorbeeld is de hypotheekrenteaftrek. Als u in 2019 de hypotheek op uw woning heeft overgesloten, betaalt u waarschijnlijk veel minder hypotheekrente. U kunt daardoor ook veel minder aftrekken dan in 2018.

Vervelende verrassing

Omdat de fiscus van de hypotheekrente in 2018 uitgaat, moet u het bedrag aanpassen om straks vervelende verrassingen te voorkomen. Overigens heeft de Belastingdienst wetswijzigingen wél doorgevoerd, zodat daar in de voorlopige aanslag rekening mee is gehouden. Neem diezelfde hypotheekrente. Voor mensen met een jaarinkomen boven de 68.507 euro wordt die afgebouwd naar 37,05 procent in 2023.

Bedroeg de maximale aftrek in 2018 nog 49,5 procent, in 2020 is dat 46 procent. Maar, zoals gezegd, dat wordt wel automatisch gecorrigeerd door de Belastingdienst. Die heeft echter geen weet van veranderingen in persoonlijke situaties. Enkele voorbeelden:

  • u gaat meer of minder verdienen;
  • u koopt of verkoopt een woning;
  • u krijgt een kind;
  • u gaat samenwonen of scheiden;
  • u start een eigen bedrijf;
  • u bereikt de AOW-leeftijd;
  • uw fiscale partner overlijdt.

Elk moment

Het veranderen van de voorlopige aanslag kan overigens op elk moment, en vaak is het raadzaam om die aan te passen als iets gebeurt. Als u een hypotheek oversluit, gaat u direct minder hypotheekrente betalen. Als u het bedrag aanpast, voorkomt u dat u bij de aanslag inkomstenbelasting geld terug moet betalen, want dat vinden we niet prettig, nietwaar?

Deze publicatie is geschreven door Peter Heesen en verscheen op zaterdag 28 december 2019 in Dagblad De Limburger. Het artikel kwam tot stand dankzij medewerking van fiscaal jurist Roel Wienen van RSM in Venlo.

     
mr. Roel Wienen    
+31(0)77 354 28 00    
E [email protected]