Op 15 december hebben VVD, D66, CDA en ChristenUnie via het coalitieakkoord hun plannen naar buiten gebracht. De ambitie is onder meer het belastingstelsel te vereenvoudigen en te hervormen: er zijn dan ook wijzigingen in de fiscale regelgeving aangekondigd. De belangrijkste voorstellen lichten wij hieronder kort toe.  

Wet Excessief lenen

Het drempelbedrag in het wetsvoorstel ‘excessief lenen’ wordt aangepast. De eerder gestelde grens voor ‘bovenmatig’ lenen van EUR 500.000 wordt verhoogd naar een bedrag van EUR 700.000. De regeling moet directeur-grootaandeelhouders ontmoedigen te lenen bij de eigen vennootschap. Op basis van het wetsvoorstel wordt het bovenmatig geleende bedrag aangemerkt als een fictieve dividenduitkering. Het is nog steeds de bedoeling dat de regeling in 2023 in werking treedt.  

Bedrijfsopvolging

De huidige bedrijfsopvolgingsregelingen in de schenk-, erf- en inkomstenbelasting (‘BOR’) vindt de coalitie belangrijk voor de continuïteit van ondernemingen. Wel wenst zij de BOR te verbeteren. Het moet ‘eenvoudiger en eerlijker’, maar tegelijk moet ‘oneigenlijk gebruik’ worden tegengegaan. Op dit moment loopt een evaluatie van de BOR, die in 2022 wordt afgerond. Familiebedrijven moeten er daarom rekening mee houden dat de BOR op termijn zal worden gewijzigd, maar hoe dit zal worden vormgegeven is op dit moment nog niet duidelijk.

Herziening box 3

De coalitie wil grotendeels af van het forfaitair belasten van vermogen. Vanaf 2025 moet het daadwerkelijke rendement op vermogen worden belast.

De waardeontwikkeling van vastgoed blijft echter (vooralsnog) wel forfaitair belast (naar verwachting op basis van WOZ-waarde). Als eerste stap zal volgens de plannen vanaf 2023 voor verhuurde woningen de forfaitaire afslag op de WOZ-waarde wegens verhuurde staat (‘leegwaarderatio’) worden afgeschaft. Voor belastingplichtigen met veel verhuurd vastgoed kan dit vanaf 2023 een aanzienlijke verhoging van de box 3-heffing betekenen. Het kritisch beoordelen van de WOZ-beschikkingen wordt daarom nog belangrijker.

Verhoging overdrachtsbelasting niet-woningen

Vanaf 2023 zal de overdrachtsbelasting voor niet-woningen en voor woningen die niet worden bewoond door de verkrijger zelf, stijgen naar 9% (thans 8%).

Afschaffing jubelton

De verruimde schenkingsvrijstelling voor een schenking ten behoeve van de eigen woning (‘jubelton’) wordt per 2024 afgeschaft. Of u in 2023 nog kunt starten om deze vrijstelling (2021: EUR 105.302) gespreid over 3 jaar te benutten, is onzeker. Wilt u de spreidingsmogelijkheid gebruiken, dan kan het op basis van de huidige regels raadzaam zijn hier in 2021 nog mee te starten.

Afschaffing verhuurderheffing

De verhuurderheffing, die aan de orde is bij bezit van tenminste 50 huurwoningen onder de huurtoeslaggrens, wordt in 2023 afgeschaft. Als ‘tegenprestatie’ zullen bindende afspraken worden gemaakt met woningcorporaties om bepaalde bouw- en klimaatdoelen te halen.

Klimaat

De budgetten voor de investeringsregelingen gaan omhoog: voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) wordt het budget verruimd per 2023, voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en het versneld afschrijven van milieu-investeringen (VAMIL) vanaf 2025. Daarnaast zijn nog veel verschillende maatregelen aangekondigd in o.a. de energiebelastingen en de CO2-heffing.

Grondslagverbreding vennootschapsbelasting

De huidige ‘CFC-maatregel’ die kortweg moet tegengaan dat winsten neerslaan in laagbelastende landen zal strenger worden per 2023.  Ook de ‘OESO Pillar II’ (minimumtarief van 15% voor grote bedrijven) wordt per 2023 ingevoerd. Leidt dit tot onvoldoende opbrengst, dan wordt een grondslagverbreding overwogen, een verhoging van het lage VPB tarief en/of verlenging van de lage tariefschijf. In 2022 is het vennootschapsbelastingtarief 15% over de eerste schijf (winst tot een bedrag van EUR 395.000) en 25,8% over de tweede schijf (winst vanaf een bedrag van EUR 395.001). Wij verwijzen in dit kader naar onze nieuwsbrief van 30 november jongstleden: ‘Optimalisering door benutten lage VPB-tarief’. 

EU en belastingheffing

Nederland ambieert binnen de Europese Unie een leidende rol daar waar het gaat om fiscale maatregelen en zal in dit kader intensief samenwerken met gelijkgezinde lidstaten.

Varia

Tenslotte vestigen wij graag nog de aandacht op de volgende voorgestelde maatregelen:

  • Afschaffing middelingsregeling per 2023
  • Geen inkomensafhankelijke combinatiekorting voor kinderen geboren na 2025
  • Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding per 2024
  • Stapsgewijze jaarlijkse verdere verlaging van de zelfstandigenaftrek (de standaardaftrek bedraagt thans nog € 6.670) in de jaren 2023-2030 naar uiteindelijk EUR 1.200 (in 2030). Zelfstandigen zullen hiervoor worden gecompenseerd via de verhoging van de arbeidskorting.

Tot slot

Veel veranderingen zijn dus op komst. Wij helpen u graag om de mogelijkheden die het coalitieakkoord  biedt te benutten of de gevolgen in kaart te brengen. Neemt u hiervoor contact op met uw vaste RSM-adviseur.