Op 15 november 2021 heeft de Rechtbank Limburg de eerste NOW-uitspraak gewezen waarin zij oordeelt dat het UWV bij het vaststellen van de NOW moet afwijken van de regels bij het bepalen van de referentieloonsom. In de uitspraak oordeelt de Rechtbank dat incidentele looncomponenten uit de referentieloonsom kunnen worden gefilterd, mits deze concreet en voldoende onderbouwd zijn. Deze uitspraak is mogelijk relevant voor de definitieve vaststelling NOW 1.

Voorgeschiedenis

De referentieloonsom NOW 1 is het loon in  januari 2020. Vanaf het moment dat de regeling in werking is getreden, is veel kritiek geuit op de representativiteit van deze maand, omdat veel werkgevers in deze maand bijzondere beloningen uitkeren zoals bonussen. In de regeling is opgenomen dat alleen extra periodesalaris (zoals een dertiende maand) automatisch uit de referentieloonsom gefilterd kan worden. Doordat drie keer de referentieloonsom januari 2020 hierdoor hoger is dan de loonsom over de maanden maart tot en met mei 2020, volgt er bij de vaststelling NOW een korting op de te ontvangen subsidie, wat soms zelfs het volledig terugbetalen van de ontvangen NOW subsidie tot gevolg heeft.

Minister Koolmees heeft erkend dat bijzondere beloningen zoals bonusuitkeringen eigenlijk ook uit de referentieloonsom gehaald zouden moeten worden, maar dat dit voor het UWV niet mogelijk is om te doen. Minister Koolmees heeft aangegeven dat het dan wel mogelijk moet zijn voor werkgevers om bezwaar aan te tekenen tegen de vaststellingsbeschikking NOW, mits de werkgever gedetailleerd kan aangeven welke bedragen er dan gefilterd moeten worden uit de loonsom.

Deze rechtszaak ziet hoogstwaarschijnlijk op een vaststellingsbeschikking die reeds was vastgesteld voordat de Minister met bovengenoemde uiting kwam.

Verweer UWV bij de Rechtbank

Het UWV argumenteerde dat nu de werkgever de overuren en vakantie-uren niet in de juiste loontabel had opgenomen, de referentieloonsom niet kan worden aangepast. Het UWV geeft aan dat dit niet mogelijk is omdat in deze gevallen de bijzondere looncomponenten niet automatisch uit de referentieloonsom zijn te filteren. Het handmatig uitvoeren van de correctie is volgens het UWV niet mogelijk omdat dit te veel werk zou opleveren en de uitgangspunten van de regeling in gevaar brengt.

Uitspraak Rechtbank

De Rechtbank gaat niet mee in het standpunt van het UWV. De Rechtbank geeft aan dat, aangezien het nu gaat om de NOW-subsidievaststelling, het belang van een snelle en eenvoudige beoordeling minder opgaat dan bij de subsidieverlening waarbij er snel een voorschot moet worden verstrekt. Zodoende oordeelt de Rechtbank dat er bij de vaststellingsaanvraag meer tijd voor zorgvuldigheid en juistheid is.

Nu de werkgever door middel van objectief verifieerbare gegevens uit de loonadministratie kan aantonen dat de loonsom in de referentiemaand niet representatief is, oordeelt de Rechtbank dat het UWV deze looncomponenten uit de referentieloonsom moet filteren, en met deze gegevens de subsidie opnieuw moet vaststellen.

’Takeaway’

Het is waarschijnlijk dat de korting op de subsidie, wegens een dalende loonsom ten opzichte van de referentieloonsom, veelvuldig is toegepast bij de definitieve vaststelling van subsidieaanvragers. Mocht dit bij u spelen, dan is het van belang om subsidiegerechtigden uw NOW-beschikkingen goed te laten controleren. Mocht blijken dat de problematiek bij een subsidiegerechtigde speelt, dan is het van belang snel te handelen in verband met de bezwaartermijn van 6 weken. 

Meer informatie?

Wilt u hier meer informatie over bovenstaande uitspraak? Neem dan contact op met uw vaste RSM-adviseur of stuur een e-mail naar: [email protected]