Op 3 juli 2025 is het nieuwe ANBI-Besluit gepubliceerd. Dit beleidsbesluit bevat zowel een nieuw beleid als actualisaties van onderdelen uit het oude besluit. Het nieuwe besluit brengt weliswaar langverwachte verduidelijking op de ANBI-voorwaarden, maar introduceert ook strengere regels. 

In de Nederlandse samenleving speelt filantropie een belangrijke rol. Gezien dit belang bestaan in de fiscale wetgeving verschillende giftenaftrekregelingen die het schenken aan goede doelen faciliteren. Daartoe werd in 2008 de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) geïntroduceerd. Omdat ook na toekenning van de ANBI-status continue getoetst moet worden of nog steeds aan de ANBI-voorwaarden is voldaan, staan wij stil bij de belangrijkste aandachtspunten uit het nieuwe besluit.

ANBI-status

Een ANBI is een organisatie die zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut. Het bestuur van een ANBI-instelling moet zich houden aan een aantal voorwaarden en verplichtingen. De ANBI-status biedt veel fiscale voordelen, zoals giftenaftrek voor donateurs in de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Daarnaast geldt een vrijstelling van schenk- en erfbelasting voor verkrijgingen door en voor ANBI’s, voor zover een tegenprestatie ontbreekt en/of deze verkrijgingen zijn gedaan in het algemeen belang. Tevens is de ANBI-status nodig om gebruik te kunnen maken van de vrijwilligersregeling in de loonbelasting. 

Beleidswijzigingen en nieuw beleid

De belangrijkste aandachtpunten in het nieuwe ANBI-besluit hebben betrekking op:

  • Crowdfunding en loketinstellingen: Een instelling die als ‘doorgeefluik’ fungeert, waarbij de donateur bepaalt wie de uiteindelijke begunstigde is, voldoet niet aan het algemeen nut-vereiste. In dat geval besteedt de loketinstelling de ontvangen giften niet vanuit haar eigen algemeen nuttige doelstelling, maar uitsluitend in opdracht van de donateur. Dergelijke instellingen voldoen dus niet aan het algemeen nut-vereiste. Een instelling moet kunnen aantonen dat zij handelt vanuit een eigen algemeen nuttig doel.
  • Bestedingscriterium (anti-oppoteis): ANBI’s mogen vermogen aanhouden, maar niet meer dan nodig is voor de continuïteit en de voorziene werkzaamheden. Het is derhalve van belang dat in de administratie én de jaarrekening wordt vastgelegd waarvoor het vermogen wordt aangehouden. In het nieuwe besluit worden voorbeelden gegeven van te vormen reserves:
    • Continuïteitsreserve; ter hoogte van 1,5 x het gemiddelde kostenniveau van de werkorganisatie. Hogere reserves zijn mogelijk, mits dit goed gemotiveerd wordt vastgelegd.
    • Reserve voorziene werkzaamheden. Hierbij is belangrijk dat de ANBI concreet motiveert welke voorgenomen activiteiten er zijn. Een vereiste is dat dit ook blijkt uit het ANBI-beleidsplan. Ook is vereist dat aan de uitvoering van deze activiteiten een tijdspad wordt meegegeven door de ANBI. De formulering in het ANBI-Besluit op dit punt lijkt een aanscherping te zijn van eerder geformuleerd beleid.
    • Stamvermogens van vóór 2008; ANBI’s die voor 2008 reeds over een vermogen beschikten mogen dit zogenoemde stamvermogen onder voorwaarden in stand worden houden.
  • Beloning leden beleidsbepalend orgaan: Voor de ANBI-status mogen leden van het beleidsbepalend orgaan geen bovenmatig vacatiegeld en onkostenvergoeding ontvangen. Het beleid verduidelijkt dat een vergoeding niet bovenmatig is als deze voldoet aan de Wet normering topinkomens (WNT) en de vastgestelde maxima voor vergelijkbare functies. De uitzonderingsregels uit het eerdere beleidsbesluit zijn vervallen.
  • Algemeen nuttige activiteiten versus commerciële activiteiten: Algemeen nuttige activiteiten zijn activiteiten die het doel van de ANBI nastreven en per saldo verliesgevend zijn. Commerciële activiteiten daarentegen zijn winstgevend en worden tegen commerciële tarieven verricht om algemeen nuttige activiteiten te financieren. In de administratie moeten de resultaten op algemeen nuttige activiteiten en de commerciële activiteiten worden gesplitst.  

Let op! Commerciële activiteiten kunnen soms leiden tot belastingplicht voor de vennootschapsbelasting.

Praktische tips

Het besluit brengt meer duidelijkheid, maar ook strengere eisen. Het is derhalve belangrijk dat:

  • Toets: of aan alle ANBI-voorwaarden wordt voldaan. Een ANBI dient continue aan de voorwaarden te voldoen, maar leg de toets minimaal één keer per jaar vast.
  • Beleidsplan: zorg dat de doelstellingen concreet zijn en dat toezicht op projecten goed beschreven is.
  • Reserves: leg vast waarom een bepaald vermogen wordt aangehouden en maak dit zichtbaar in de administratie en jaarrekening.
  • Doel vs. middel: maak in statuten, beleidsplan en administratie duidelijk onderscheid tussen het doel (algemeen nut) en de middelen om dat doel te bereiken.

Let op! In verband met de inwerkingtreding van de Wet Transparantie Maatschappelijke Organisaties (Wtmo’) per 1 januari 2026 dienen stichtingen die eerder nog niet hun financiële gegevens hoeven te deponeren in het handelsregister’, hun balans en een staat van baten en lasten te deponeren bij de KvK. De Belastingdienst krijgt hiermee inzicht in het vermogen van deze stichtingen en kan daarmee de anti-oppoteis makkelijker monitoren.

Wilt u hier meer over weten of wilt u toetsen of u aan het nieuwe beleid blijft voldoen? Neemt u dan contact op met uw RSM-adviseur.

Heeft u een vraag? Wij nemen zo snel mogelijk contact met u op.