Stadsherstel Rotterdam ziet gebouwen niet als stenen, maar als dragers van verhalen. Directeur Niels van der Vlist en zijn team zetten zich in voor het behoud van erfgoed dat anders verloren dreigt te gaan. “Monumenten die tussen wal en schip vallen omdat overheid of particulier initiatief ontbreekt, willen wij duurzaam behouden: hoogwaardig restaureren, goed onderhouden én toegankelijk maken via verhuur aan ondernemers en cultureel-maatschappelijke instellingen.”
Een treffend voorbeeld is het voormalige Heinekenlaboratorium in Crooswijk, waar Stadsherstel nu ook zelf kantoor houdt. Hier begon Gerard Heineken in 1873 zijn brouwerij, met in 1885 het eerste laboratorium voor gistcontrole. Na de verhuizing naar Zoeterwoude werd het complex grotendeels gesloopt, alleen het statige, L-vormige kantoorgebouw bleef behouden. Vandaag de dag huisvest het meerdere bedrijven en biedt het moderne vergader- en presentatieruimtes met een museaal thema. Bezoekers kunnen er terecht voor bijeenkomsten, borrels en rondleidingen die het verhaal van het gebouw én de stad tastbaar maken.
Tegengeluid met impact
Stadsherstel Rotterdam ontstond in 1980 als particulier tegengeluid op het stadsvernieuwingsbeleid, waarin sloop vaak de norm was. Wat begon met protestbrieven groeide uit tot een naamloze vennootschap met aandeelhouders, waaronder bouwbedrijven, woningcorporaties en vermogende families – vergelijkbaar met initiatieven in steden als Amsterdam, Utrecht en Den Haag. In de jaren ’90 werd ook de gemeente aandeelhouder. “Sindsdien heeft erfgoed een steviger plek gekregen in het beleid”, zegt Niels.
De organisatie bezit inmiddels vierentwintig historische panden, waarvan zestien rijksmonumenten, zoals het Henkespand in Historisch Delfshaven, het Wytpand, Huize Brenninkmeijer en het voormalig Douanekantoor (nu Suitehotel Pincoff’s). Daarnaast beheert de organisatie twaalf monumentale beeldhouwwerken op buitenplaats De Tempel in Overschie.
Crowdfunding avant la lettre
Erfgoed restaureren vergt vakmanschap, en restaureren is in Rotterdam niet per se een vanzelfsprekendheid. Niels: “Veel aannemers willen vooral vernieuwen, terwijl het draait om behoud van historisch materiaal. We hebben een duidelijke instandhoudingsdoelstelling zonder winstoogmerk: we verkopen onze panden niet, we bewaren ze voor de volgende generatie. We hebben geleerd hoe je de juiste partners vindt én goed opdrachtgeverschap vormgeeft.” Dat vakmanschap vraagt ook om een solide financiële basis. Daarom is Stadsherstel bewust geen stichting, maar een NV. “Via aandelen kon particulier kapitaal worden aangetrokken, aangevuld met subsidies, donaties en laagrentende leningen”, legt Niels uit. “Je investeert in het verhaal van je stad, met je hart – niet voor financieel gewin.” En voor wie geen aandeelhouder wil of kan worden, is er sinds kort de Stichting Vrienden Monumentaal Erfgoed Rotterdam als laagdrempelig alternatief.
Samen bouwen aan structuur
Diezelfde betrokkenheid zie je ook intern. Niels startte in 2012 parttime bij Stadsherstel; inmiddels staat hij aan het hoofd van een team van zeven medewerkers. “We wilden veel meer ‘in house’ doen”, zegt hij, “want dat vergroot het eigenaarschap.” In die transitieperiode begon ook de samenwerking met RSM. “Veel was nog uitbesteed, de administratie summier. We hebben
alles stap voor stap naar binnengehaald, en dan heb je een partij nodig die met je meedenkt.”
RSM pakte die rol voortvarend op, herinnert RSM-partner Willem Groeneveld zich. “Wat leg je vast, wat leg je uit? Daar dachten we concreet over mee. We hielpen structureren, waren klankbord en gaven houvast.” Ook de Raad van Commissarissen speelde daarbij een rol – met experts uit bouw, recht en financiën én vertegenwoordiging vanuit de gemeente. “Ze zijn kritisch waar nodig, maar staan op afstand. En net als de aandeelhouders doen ze het uit liefde voor de stad, zonder bezoldiging.”
Ook manager audit bij RSM - Sanne Tholen zag van dichtbij hoe de organisatie groeide. “We begonnen meewerkend en werden gaandeweg meer toetsend. Mooi om te zien hoe alles steeds professioneler werd.” Volgens haar draait het niet alleen om cijfers. “Het vraagt empathie. Begrijpen waar een organisatie staat, en helpen om verder te bouwen, op inhoud én gevoel.” Wat haar bijblijft? “Tijdens een leegstandscontrole bezocht ik het Pinball Museum, huurder van het oude pakhuis de Dubbelde Palmboom, en ineens komt zo’n verhaal dan tot leven. Later hielden we er met RSM ons bedrijfsuitje; dat zegt wel iets over de klik. En nog steeds als ik door de stad rijd, denk ik: aan dat pand hebben we samengebouwd.”
Wat blijft behouden – en waarom?
Welke gebouwen zijn het waard om te behouden? Die vraag speelt vooral bij naoorlogse panden. “De focus ligt nu op de jaren ’50 tot ’80”, zegt Niels. “Veel gebouwen uit die tijd waren baanbrekend. Denk aan de Lijnbaan, het eerste autovrije winkelcentrum, of het Hilton Hotel. Alleen, niet iedereen vindt het mooi.” Het verkrijgen van monumentstatus kan daarom discussie geven. “Het gemeentelijke Bureau Monumenten & Cultuurhistorie doet goed werk, maar de uitleg aan pandeigenaren blijft lastig. Mensen schrikken als hun pand ineens ‘monument’ wordt, terwijl er vaak meer mogelijk is dan ze denken.” Soms kloppen eigenaren zelf aan bij Stadsherstel omdat ze het onderhoud niet meer aankunnen. Soms vraagt de gemeente om hulp. Niels noemt de Noorse kerk aan de Westzeedijk als voorbeeld, een geliefd rijksmonument waar al honderd jaar de kerstmarkt wordt gehouden. “Vanwege afnemend gebruik en oplopende kosten wil de Noorse eigenaar het pand overdragen. Samen met Het Noorse Kultuurhuis Rotterdam werken we nu aan een plan dat restauratie, behoud van identiteit en een duurzame culturele invulling combineert. Daarbij zoeken we altijd naar exploitatievormen passend bij het pand. Geen afgesloten kantoren, maar plekken waar mensen naar binnen kunnen lopen.”
Betrokkenheid voorbij de cijfers
Stadsherstel staat aan de vooravond van flinke groei. “We zijn met meerdere verkenningen bezig”, zegt Niels. “Als die doorgaan, groeit onze portefeuille fors. Dat kunnen we aan, maar het zorgt voor uitdagingen in de financiering.”
Juist dan is de samenwerking met RSM waardevol. “We betrekken hen vroegtijdig. Ze denken mee als voorwaarden veranderen, signaleren risico’s en houden ons scherp.” Sanne vult aan: “We toetsen continu of bestaande afspraken nog passen bij nieuwe plannen. Zo blijft alles financieel gezond.”
Dat gaat volgens Niels verder dan cijfers alleen. “We delen iets wezenlijks: de band met Rotterdam en de wil om te behouden wat waardevol is – nu en voor later.”
VANESSA VAN ZALM
SANDER NIEUWENHUYS
Dit artikel verscheen in de meest recente editie van het RSMagazine, een magazine dat twee keer per jaar in heel Nederland wordt verspreid onder cliënten, relaties en andere geïnteresseerden. Ontvangt u het magazine nog niet, maar wel geïnteresseerd? Neem dan contact op met Angelique Timmer-Weisscher via [email protected]. Dan krijgt u het magazine voortaan ook kosteloos toegezonden!