De amendementen van 2025 op het gemeenschappelijk standpunt van de EU (oorspronkelijk 2008/944/GBVB) markeren een belangrijke verschuiving in het wapenexportbeleid van het blok, waarbij de nadruk wordt gelegd op een sterkere inzet voor mensenrechten, internationaal recht en beter toezicht.
Opmerkelijke veranderingen zijn onder meer bijgewerkte taal rond "beperkende maatregelen", een duidelijkere nadruk op de bescherming van vrouwen en kinderen en uitgebreide verantwoordelijkheden bij het toezicht op het eindgebruik. Het herziene standpunt introduceert expliciete criteria om te voorkomen dat exportcontroles worden omzeild en gaat in op de risico's die verbonden zijn aan handvuurwapens en lichte wapens. Het versterkt ook de samenwerking tussen de lidstaten door een grondigere uitwisseling van informatie over risicobeoordelingen en eindgebruik verplicht te stellen. Deze hervormingen zullen naar verwachting de lat hoger leggen voor naleving en ethisch toezicht bij de uitvoer van militaire goederen en goederen voor tweeërlei gebruik in de hele EU.
Voor bedrijven in de defensie- en dual-use-ruimte verschuiven deze veranderingen het compliance-landschap. Hieronder zetten we de opmerkelijke wijzigingen op een rijtje en hoe deze door het exportcontrolekader van de EU rimpelen. We schetsen concrete stappen die bedrijven moeten nemen om zich aan te passen, waarbij wat kan worden gezien als nalevingslasten, wordt omgezet in een kans om de bedrijfsvoering en het vertrouwen te versterken.
Dit artikel is geschreven door Sefa Geçikli ([email protected]) en Marius Ungureanu ([email protected]). Marius en Sefa maken deel uit van RSM Netherlands Business Consulting Services, specifiek gericht op Internationale Handel en Strategie.
Waarom de EU de exportcontroles in 2025 heeft aangescherpt
In een tijdperk van toenemende geopolitieke spanningen en snelle defensie-innovatie heeft de Europese Unie haar regels voor de export van militaire en hightechgoederen aangescherpt. 2025 is een cruciale actualisering van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad, een van de belangrijkste instrumenten van de EU op het gebied van wapenuitvoercontrole. Deze herziening, de eerste grote revisie sinds 2019, is een oproep aan bedrijven om uit te breiden en op een verantwoorde manier gebruik te maken van de toegenomen vraag van overheden en de industrie. Door de criteria aan te scherpen en de militaire regelgeving en de regelgeving voor tweeërlei gebruik op elkaar af te stemmen, geeft de EU een duidelijk signaal af dat groei in de defensie- en technologiesector hand in hand moet gaan met robuuste naleving en ethische waarborgen.
Toenemende geopolitieke rivaliteit en een stijging van de defensie-uitgaven hebben Europa ertoe aangezet zijn militaire capaciteit te vergroten. Maar met een verhoogde wapenproductie en -overdracht komt ook een grotere verantwoordelijkheid. De EU-lidstaten erkenden dat de regels moesten worden geactualiseerd om nieuwe risico's aan te pakken, van mensenrechtenschendingen tot het ontduiken van sancties, die de afgelopen tien jaar zijn ontstaan. Het herziene gemeenschappelijk standpunt is het antwoord van de EU: ervoor zorgen dat de inspanningen van "ReArm Europe" en de uitbreiding van de defensie-industrie niet ten koste gaan van Europese waarden of veiligheid. Deze actualisering weerspiegelt het streven van Europa naar een meer eensgezinde en principiële aanpak van wapenuitvoer, het dichten van mazen in de wetgeving en het versterken van het toezicht op een kritiek moment.
Belangrijke wijzigingen in het gemeenschappelijk standpunt van de EU inzake wapenuitvoer (2008/944/GBVB)
De amendementen van 2025 op het gemeenschappelijk standpunt brengen een aantal belangrijke wijzigingen aan in de criteria en procedures voor militaire uitvoer. Deze veranderingen hebben invloed op de manier waarop overheden exportvergunningsaanvragen beoordelen en, in het verlengde daarvan, op de manier waarop bedrijven hun exportnaleving moeten beheren. De meest opvallende updates zijn:
- Van sancties tot beperkende maatregelen: Alle verwijzingen naar internationale sancties zijn bijgewerkt naar "beperkende maatregelen". Deze terminologieverschuiving sluit aan bij de bredere juridische taal van de EU en maakt duidelijk dat wapenembargo's en andere beperkende maatregelen (niet alleen formele sancties) factoren zijn bij het verlenen van vergunningen. Voor bedrijven betekent dit dat ze bij het doorlichten van mogelijke deals alert moeten blijven op het volledige spectrum van beperkende maatregelen van de EU en de VN, naast alleen sanctielijsten. Als uw export in strijd is met een door de VN of de EU opgelegd wapenembargo of aanverwante maatregel, valt deze onder de nieuwe formulering.
- Nadruk op mensenrechten – Bescherming van vrouwen en kinderen: De herziene criteria leggen meer nadruk op mensenrechten, waarbij expliciet de risico's van gendergerelateerd geweld en geweld tegen vrouwen of kinderen worden opgenomen. Voorheen vereiste het het weigeren van een vergunning als er een duidelijk risico bestond op interne repressie of ernstige mensenrechtenschendingen. Het amendement voegt expliciet situaties toe waarin de geëxporteerde technologie kan worden gebruikt om gendergerelateerd geweld of geweld tegen vrouwen en kinderen te plegen of te vergemakkelijken. Het onderstreept ook de beoordeling van de algemene mensenrechtensituatie in het land van bestemming. Deze verhoogde focus betekent dat exporteurs van defensie- en dual-use-goederen dieper moeten onderzoeken hoe hun producten kunnen worden misbruikt om burgers, met name vrouwen en kinderen, schade toe te brengen. Een deal die eerder misschien door de kritische toets is gekomen, kan nu op grond van mensenrechten worden afgewezen als deze specifieke risico's niet kunnen worden beperkt.
- Verbeterde monitoring en verificatie van het eindgebruik: De EU is afgestapt van de tijd dat een eindgebruikerscertificaat een eenmalig selectievakje was. Het geactualiseerde gemeenschappelijk standpunt geeft de lidstaten groen licht om controles na de levering af te dwingen. Artikel 5 maakt nu duidelijk dat landen aanvullende instrumenten voor het toezicht op het eindgebruik kunnen eisen. Bijvoorbeeld door eindgebruikers te vragen akkoord te gaan met controles ter plaatse of periodieke rapportages over het gebruik van de apparatuur. Voor bedrijven vertaalt dit zich in mogelijke nieuwe verplichtingen tijdens en na de export. Uw klant moet mogelijk toestemming geven voor toekomstige verificatie van hoe hij uw product gebruikt, en uw exportvergunning kan afhangen van die overeenkomst. Bedrijven zullen deze garanties in contracten moeten inbouwen en bereid moeten zijn om autoriteiten te ondersteunen bij het toezicht op de naleving van het eindgebruik gedurende de levenscyclus van een product.
- Mazen in de wet dichten: risico's van ontwijking en omleiding: Een belangrijke toevoeging zijn criteria die specifiek gericht zijn op het voorkomen van het omzeilen van exportcontroles en het aanpakken van de risico's van handvuurwapens en lichte wapens. In het gemeenschappelijk standpunt wordt nu gewezen op het risico dat uitgevoerde producten worden gebruikt om beperkende maatregelen van de VN of de EU te omzeilen (bijvoorbeeld via een derde land opnieuw worden uitgevoerd naar een gesanctioneerde regeling). Het voegt ook een overweging toe voor export die conflicten zou kunnen verergeren of illegale activiteiten zou kunnen aanwakkeren vanwege de aard van de uitrusting, waarbij expliciet de nadruk wordt gelegd op het misbruik van handvuurwapens en lichte wapens. In de praktijk moeten exporteurs van artikelen zoals vuurwapens of munitie extra waakzaam zijn, zelfs een verkoop aan een ogenschijnlijk goedaardige bestemming kan worden geweigerd als er een kans bestaat dat die wapens worden doorgesmokkeld naar conflictgebieden of criminele groepen. Bedrijven moeten hun toeleveringsketen en klantenonderzoek versterken om ervoor te zorgen dat hun producten geen achterdeur zijn voor actoren onder embargo.
- Versterkte samenwerking en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten: Het herziene beleid breidt de vereisten voor samenwerking tussen EU-landen aanzienlijk uit. Artikel 7, dat ooit een korte nota over samenwerking was, verplicht de lidstaten nu om gedetailleerde informatie uit te wisselen over de risico's van wapenexport. Dit omvat het delen van inzichten over gevoelige bestemmingen, zorgwekkende eindgebruikers en het raadplegen van elkaar voor risicobeoordelingen, vooral in het geval van gezamenlijke defensieprojecten of multinationale programma's. Voor bedrijven betekent dit meer consistentie en communicatie tussen de nationale vergunningverlenende autoriteiten. Als een land een vergunning weigert vanwege een probleem, zullen anderen daar waarschijnlijk van op de hoogte zijn. Bedrijven kunnen in de hele EU meer geharmoniseerde controle verwachten, waardoor de kans kleiner wordt dat ze in een andere lidstaat naar goedkeuring zoeken. Transparant en proactief zijn met autoriteiten zal in dit samenwerkingskader nog belangrijker worden.
Naast het bovenstaande zijn er nog andere opmerkelijke amendementen: criterium drie (artikel 2) erkent nu bijvoorbeeld de legitieme zelfverdedigingsbehoeften van een ontvanger, zodat het ondersteunen van de verdediging van een bondgenoot niet automatisch wordt gezien als het aanwakkeren van een conflict. Ten slotte is de herzieningscyclus voor deze regels verlengd, de volgende grote herziening staat gepland voor 2030.
Impact op de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik (Verordening (EU) 2021/821)
Een van de belangrijkste aspecten van de amendementen op het gemeenschappelijk standpunt van 2025 is de afstemming ervan op de EU-verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik (EU 2021/821), die de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik met civiele en militaire toepassingen regelt. Veel bedrijven houden zich bezig met activiteiten die verband houden met militaire goederen en goederen voor tweeërlei gebruik, dus inzicht in de effecten op de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik is van cruciaal belang om op een conforme manier te kunnen blijven werken.
Exporteurs van producten voor tweeërlei gebruik zijn al verplicht om te screenen wie hun product koopt en met welk doel. Nu het gemeenschappelijk standpunt de lat hoger legt (bijvoorbeeld door in detail naar mensenrechten en omleidingsrisico's te kijken), zouden autoriteiten hun handhaving met betrekking tot tweeërlei gebruik en militaire goederen op elkaar kunnen afstemmen. In de praktijk, als u software voor tweeërlei gebruik, elektronica, cybersurveillance-artikelen, enz. exporteert, kunt u vragen verwachten over de vraag of uw artikel kan worden gebruikt op manieren die de mensenrechten schenden of eindigen in ongeoorloofd militair gebruik. De due diligence-norm stijgt over de hele linie, bedrijven moeten klanten grondig doorlichten, het uiteindelijke eindgebruik controleren en deze inspanningen documenteren. Volgens de "catch-all"-clausules van de verordening inzake tweeërlei gebruik kan zelfs een item dat niet expliciet wordt vermeld, een licentie vereisen als het waarschijnlijk bestemd is voor massavernietigingswapenprogramma's of militair gebruik in landen onder embargo. Met de amendementen op het gemeenschappelijk standpunt wordt de geest van dat beginsel – "ken de klant van uw klant" – nog eens versterkt. Het komt erop neer dat het uitvoeren van strenge controles op eindgebruikers en eindgebruik niet langer alleen een best practice is, maar dat er ook wordt verwacht en dat deze strenger zal worden gehandhaafd.
Ten tweede wordt in het geactualiseerde gemeenschappelijk standpunt uitdrukkelijk verwezen naar de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik (Verordening (EU) 2021/821) in plaats van de achterhaalde wet (Verordening (EG) nr. 1334/2000), waarmee wordt aangegeven dat deze in overeenstemming is met de huidige controles op producten voor tweeërlei gebruik. Er is een duidelijke trend om de twee systemen te synchroniseren. Beide kaders leggen nu de nadruk op het voorkomen van ongewenst eindgebruik (zoals mensenrechtenschendingen of het omzeilen van sancties) en moedigen het delen van informatie tussen autoriteiten aan. Deze afstemming betekent dat exporteurs minder lacunes hoeven te benutten en dat de regelgevers een meer coherente aanpak moeten hanteren. Als een bedrijf bijvoorbeeld probeert een bewakingstechnologie (een product voor tweeërlei gebruik) te exporteren dat zou kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie, gezien het geïntegreerde standpunt van de EU ten aanzien van mensenrechten, kunnen bedrijven ontdekken dat er weinig tot geen praktisch verschil is in het vergunningsproces voor een tweeërlei gebruik en een militair product. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat hun nalevingsprogramma's de export van militairen en producten voor tweeërlei gebruik behandelen als onderdeel van één holistisch risico, en niet als afzonderlijke silo's. Als iets een rode vlag zou hijsen onder de wapencriteria, doet het dat nu waarschijnlijk onder de regels voor tweeërlei gebruik, en vice versa.
Ten slotte wordt het hebben van een sterk intern nalevingsprogramma met complexere regels en nauwer toezicht steeds belangrijker. Op grond van de verordening inzake producten voor tweeërlei gebruik moeten exporteurs namelijk een intern nalevingsprogramma opzetten om in aanmerking te komen voor bepaalde brede vergunningen (zoals wereldwijde uitvoervergunningen). Deze eis is zeer in overeenstemming met de bedoeling van het gemeenschappelijk standpunt: regelgevers willen de zekerheid dat bedrijven interne controles hebben om overtredingen te voorkomen. Een robuust ICP omvat zaken als regelmatige training van het personeel, duidelijke verantwoording voor nalevingsbeslissingen, screeningprocedures, het bijhouden van gegevens en auditmechanismen. Als uw bedrijf wil profiteren van wereldwijde of algemene licenties (die herhaalde export vereenvoudigen), is investeren in een ICP een must. Bovendien, als er iets misgaat, kan het aantonen dat u een serieus compliance-systeem had, een kritische verzachtende factor zijn. De nieuwe verschuiving in exportcontroles betekent dat regelgevers niet alleen zullen vragen: "Heb je je aan de regels gehouden?" maar ook: "Heb je een systeem om ervoor te zorgen dat je de regels kunt blijven volgen?"
Samenvattend komen de controles op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik en militaire toepassingen samen in de richting van een gemeenschappelijk doel: het beperken van risico's en het mogelijk maken van legitieme handel. Bedrijven die technologie voor tweeërlei gebruik met potentiële militaire toepassingen vervaardigen (van encryptiesoftware tot drones) moeten aandacht besteden aan de waarden en criteria in het gemeenschappelijk standpunt, omdat deze de mentaliteit van de EU weerspiegelen die ook ten grondslag zal liggen aan vergunningen voor tweeërlei gebruik. De convergentie betekent ook een gelijker speelveld: degenen met hoge nalevingsnormen zullen het gemakkelijker vinden om door beide systemen te navigeren, terwijl degenen die vertrouwen op mazen in de regelgeving deuren zullen zien sluiten.
Actiepunten voor bedrijven die militaire producten of producten voor tweeërlei gebruik uitvoeren
Geconfronteerd met deze verschuivingen in de regelgeving, kunnen bedrijven zich overweldigd voelen. Maar proactieve aanpassing nu zal tijd en middelen besparen voor later.
- Evalueer en actualiseer uw interne nalevingsprogramma (ICP): Beoordeel onmiddellijk uw nalevingsprogramma voor exportcontrole. Vallen de nieuwe criteria (mensenrechten, gendergerelateerd geweld, omzeiling van sancties)? Werk het beleid en de controlelijsten dienovereenkomstig bij. Zorg ervoor dat uw ICP voldoet aan de normen die door de autoriteiten worden verwacht, vergeet niet dat een ICP nu vaak een voorwaarde is voor wereldwijde exportvergunningen.
- Verbeter de verificatieprocedures voor eindgebruikers en eindgebruik: Voer een grondiger due diligence-onderzoek uit bij klanten en tussenpersonen. Werk uw screeningtools en databases bij om niet alleen gesanctioneerde partijen te markeren, maar ook die in conflictgebieden of met een slechte staat van dienst op het gebied van mensenrechten. Overweeg om open-source intelligentie of risicorapporten van derden op te nemen in uw doorlichtingsproces. Introduceer contractuele clausules dat de koper niet zonder toestemming zal herexporteren en zal meewerken aan eventuele verificatie na verzending.
- Train uw personeel in de nieuwe regels: Uw verkoopteams, exportfunctionarissen, logistieke en juridische afdelingen moeten allemaal de veranderingen van 2025 begrijpen. Organiseer gerichte trainingssessies waarin wordt uitgelegd hoe de criteria van het gemeenschappelijk standpunt zijn veranderd en wat dat betekent voor de dagelijkse bedrijfsvoering.
- Ga nauwer samenwerken met autoriteiten en partners: Beschouw regelgevers niet als tegenstanders. Het nieuwe samenwerkingsmandaat tussen de lidstaten doet vermoeden dat open communicatie meer dan ooit welkom is. Als u niet zeker bent van het risico van een transactie, overweeg dan om de mening van een derde partij in te winnen Neem deel aan brancheforums of publiek-private dialogen over exportcontrole, indien beschikbaar, deze kunnen inzicht geven in de denkwijze van regelgevers. Werk ook samen met uw partners in de toeleveringsketen om ervoor te zorgen dat zij ook aan de regels voldoen; Een zwakke schakel kan je in gevaar brengen. Door een reputatie als transparante, verantwoordelijke exporteur te koesteren, verkleint u niet alleen de kans op licentieweigeringen, maar positioneert u zich ook als een vertrouwde partner in gevoelige samenwerkingen.
- Bereid u voor op strengere audits en rapportagevereisten: Met meer nadruk op naleving kunnen autoriteiten de audits van exporteurs opvoeren en meer gedetailleerde rapportage eisen over hoe licenties worden gebruikt. Zorg ervoor dat uw administratie onberispelijk is Houd alle documenten met betrekking tot een export (licenties, facturen, certificaten voor eindgebruik, verzendgegevens, communicatie met kopers) georganiseerd en bewaard voor de vereiste periode (en misschien langer als de criteria zijn uitgebreid). Voer interne audits uit van uw exportbestanden om eventuele lacunes in de naleving op te sporen voordat een officiële inspectie plaatsvindt. Klaar zijn voor audits gaat niet alleen over het vermijden van boetes; Het geeft je rust en vertrouwen als er vragen zijn.
Door deze stappen te nemen, zullen bedrijven niet alleen voldoen aan de letter van de nieuwe wetten, maar ook hun algehele operationele veerkracht versterken. Een bedrijf met een sterke compliance-cultuur kan sneller inspelen op kansen omdat het risico's effectief beheert, het weet wanneer het verder moet gaan en wanneer het moet pauzeren.
Vooruitdenken
Het herziene gemeenschappelijk standpunt van de EU en de strengere afstemming van de controle op producten voor tweeërlei gebruik moeten niet alleen worden gezien als hindernissen die moeten worden weggenomen, maar als een kans voor vooruitstrevende bedrijven. Bedrijven die deze normen in een vroeg stadium internaliseren, zullen voorop lopen. In feite is sterke compliance een concurrentievoordeel. Europese defensiecontracten en internationale technische partnerschappen geven steeds meer de voorkeur aan aannemers met een bewezen staat van dienst op het gebied van naleving. Door aan te tonen dat uw bedrijf geavanceerde producten kan leveren en de hoogste verantwoordelijkheidsnormen kan handhaven, bent u een voorkeurspartner in een gevoelige markt en een vertrouwde gemeenschap. Omgekeerd kunnen bedrijven die tekortschieten worden buitengesloten van lucratieve projecten vanwege zorgen over de naleving of reputatieschade. De bedrijven die in deze omgeving gedijen, zijn degenen die compliance niet als een selectievakje zien, maar als een kernelement van hun strategie en duurzaamheid. Op de lange termijn zal het afstemmen op deze hogere normen uw bedrijf helpen duurzamer en ethischer te groeien en te genieten van de beloningen van vertrouwen die daarmee gepaard gaan.
RSM is een thought leader op het gebied van Strategy en International Trade consulting. We bieden frequente inzichten door middel van training en het delen van thought leadership op basis van een gedetailleerde kennis van ontwikkelingen in de branche en praktische toepassingen in de samenwerking met onze klanten. Wilt u meer weten, neem dan contact op met een van onze consultants.