Op 12 november is het wetsvoorstel differentiatie overdrachtsbelasting aangenomen door de Tweede Kamer. De ratio achter dit wetsvoorstel is om starters en doorstromers makkelijker aan een woning te laten komen. Indien dit wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen zal deze wet in werking treden per 1 januari 2021. Hieronder leest u de belangrijkste wijzigingen in de overdrachtsbelasting naar aanleiding van dit wetsvoorstel.

Onder de huidige regelgeving is de verkrijging van onroerend goed belast met overdrachtsbelasting tegen een tarief van 6%. Voor woningen geldt een verlaagd tarief van 2%. Onroerend goed wordt als woning bestempeld indien het onroerend goed naar haar aard bestemd is voor bewoning. Daarnaast is er een aantal uitzonderingsgevallen waarbij de verkrijging van onroerend goed is vrijgesteld van overdrachtsbelasting.

Tarieven overdrachtsbelasting per 2021

Vanaf 1 januari 2021 zullen er twee verschillende overdrachtsbelastingtarieven gelden op de verkrijging van onroerend goed:

  • het algemene overdrachtsbelastingtarief dat thans  6% bedraagt, wordt verhoogd naar 8%. Het algemene tarief is anders dan voorheen ook van toepassing op de overdracht van woningen die anders dan als hoofdverblijf gebruikt gaan worden. De aanschaf van een tweede huis of een beleggingspand zal vanaf 1 januari 2021 dus ook belast worden met 8% overdrachtsbelasting, net zoals de verkrijging van een woning door een rechtspersoon.
  • Het algemene tarief op de verkrijging van woningen van 2% blijft wel gehandhaafd. Echter, het voordelige tarief is onder de nieuwe regelgeving enkel van toepassing indien de woning wordt verkregen door een natuurlijk persoon die de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken. Op basis van een op 12 november aangenomen amendement blijft het tarief van 2% ook van toepassing op verkrijgingen van woningen door wooncoöperaties van woningcorporaties.

Startersvrijstelling

Daarnaast zal er een startersvrijstelling gelden voor de verkrijging van woningen door starters. Op grond van deze vrijstelling is de verkrijging van een woning door een natuurlijk persoon tussen de 18 en 35 jaar vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Deze vrijstelling kan slechts eenmaal worden benut. Ook hier geldt dat de woning als hoofdverblijf gebruikt zal moeten worden.

Ten opzichte van het oorspronkelijke wetsvoorstel is ten aanzien van deze startersvrijstelling een aanvullende voorwaarde opgenomen. Met ingang van 1 april 2021 kan deze vrijstelling alleen worden toegepast als de te verkrijgen woning een waarde heeft die niet hoger ligt dan de woningwaardegrens die is gesteld op € 400.000.

Voor de toets aan deze woningwaardegrens is de waarde van de gehele woning en daarbij behorende aanhorigheden van belang en dus niet de waarde van het verkregen deel van de woning. Indien de waarde van de woning hoger is dan € 400.000, dan is over het gehele bedrag overdrachtsbelasting verschuldigd. Er wordt in dat geval dus niet gedeeltelijk een vrijstelling verleend.

Belastingvermindering

Verder zal in de huidige regeling die van toepassing is op een verkrijging van onroerend goed binnen zes maanden na de vorige verkrijging, een belastingvermindering worden opgenomen. Dit houdt in dat bij verkrijgingen vanaf 1 januari 2021 het belastingbedrag wordt verminderd met de belasting die bij de vorige verkrijging was verschuldigd. Op deze wijze kan de opvolgende verkrijger niet alsnog profiteren van het lagere tarief bij de vorige verkrijging in 2020.

Gevolgen voor de praktijk

De verkrijging van onroerend goed door een rechtspersoon is per 1 januari 2021 belast met 8% overdrachtsbelasting. De verkrijging van onroerend goed door een natuurlijk persoon is eveneens belast met 8% overdrachtsbelasting, tenzij het een woning betreft die door de verkrijger(s) anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt gaat worden.

Voor beleggers loont het derhalve om de juridische levering van onroerend goed nog voor 1 januari 2021 te laten plaatsvinden zodat nog gebruik kan worden gemaakt van de huidige lagere tarieven. Dit is ook het geval indien bij de aankoop in 2021 nog een beroep kan worden gedaan op de grondslagvermindering met betrekking tot een verkrijging in 2020.

Vragen?

Heeft u nog vragen over deze wetswijziging?  Neem dan contact op met uw vaste RSM-adviseur of bel de vastgoeddesk van RSM op telefoonnummer 030 231 73 44.